Ouderen die kampen met dementie nemen soms beslissingen die ze niet meer kunnen overzien. Kinderen, partners, vrienden, en (professionele) hulpverleners moeten dan vaak veel moeite doen om ‘schade’ te herstellen. Het is daarom zaak om vragen over wie wat mag/moet doen als iemand het zelf niet meer kan te bespreken voordat de ziekte zich openbaart. En dit ook vast te leggen, bijvoorbeeld in een levenstestament.
In een levenstestament staat vastgelegd wie wat mag doen als iemand het zelf niet meer kan. Dit kan direct na ondertekening ingaan, maar kan ook pas ingaan op het moment dat iemand zelf niet meer in staat is om te handelen. Denk aan iemand aanstellen die de welzijn en gezondheid behartigt (mentor), juridische en financiële zaken behartigt (bewindvoerder) of beiden (curator).
Bron: Gooi- en Eemlander.