De Ombudsman beschreef in zijn rapport ‘In het krijt bij de overheid (2013)’ de situatie van een alleenstaande vrouw met twee kinderen, een deeltijdbaan en een aanvullende bijstandsuitkering: zij ontvangt twaalf inkomenselementen, afkomstig van acht instanties. Daarvoor moeten achttien (digitale) formulieren per jaar worden ingevuld en ontvangt het gezin tachtig betalingen per jaar.
Kortom, het ontvangen van een uitkering of toeslag is aan enorm veel regels gebonden. En wie regels stelt moet ze kunnen handhaven. Daarvoor is een bureaucratisch controlemechanisme opgetuigd, dat op zichzelf al miljoenen aan uitvoeringskosten met zich mee brengt.
Iedereen een basisinkomen is dus helemaal niet zo gek gedacht. Of een basisinkomen voor iedereen betaalbaar is en werkt, dat is op basis van cijfers moeilijk te voorspellen. Belangrijk is dat gemeenten hiermee op kleine schaal gaan experimenteren. Gaan deelnemers inderdaad beter in hun vel zitten door minder regels en sancties? Gaan bijstandsgerechtigden vrijwilligerswerk doen in plaats van 40 uur per week solliciteren? En zijn ze in staat (deels) een eigen inkomen te werven? De tijd moet dit uitwijzen.
Bron: De Volkskrant van 22 mei 2015: artikel Lisa Westerveld en April Ranshuijsen.